Er is nu eindelijk een pensioenakkoord, een aantal hoofdlijnen zijn al in de pers genoemd. Dit zijn vooral de onderwerpen die voor de actieven van belang zijn.
- De AOW leeftijd blijft voor 2 jaar op 66 en 4 maanden staan. Daarna stijgt hij met 8 maanden per extra jaar levensduur.
- Er mogen vroeg pensioenregelingen afgesproken worden met een uitkering van 19.000 euro, maximaal 3 jaar voor de AOW leeftijd.
- Voor ZZP-ers komt er een verplichte arbeidsongeschikheidsverzekering maar geen verplichting om voor het pensioen te sparen.
- Het systeem van gelijke premie en gelijke pensioenopbouw voor iedereen wordt afgeschaft. Daarvoor in de plaats komt een systeem met gelijke premie voor iedereen maar een hogere opbouw voor jongeren en een lagere voor de 45+ generatie.
Een aantal andere onderwerpen zijn ook voor de gepensioneerden van groot belang.
- In de aanloop naar een nieuw pensioenstelsel hoeven fondsen met een dekkingsgraad tussen 100% en 104% niet te korten. Fondsen met een dekkingsgraad onder de 100% moeten korten tot ze op 100% zitten in plaats van tot 104%. Voor het Thalesfonds is dit niet van belang omdat de dekkingsgraad al boven de 110% zit.
Heel negatief voor de gepensioneerden zijn de volgende punten:
- De dekkingsgraad blijft gebaseerd op de zogenoemde “risico vrije rente” die ligt nu rond de 1.5%. Dus hoewel de fondsen gemiddeld over langere tijd zeker meer dan 5% rendement hebben gemaakt moeten ze rekenen alsof ze in de toekomst nooit meer dan 1.5% zullen halen. Hierdoor blijft de dekkingsgraad laag en kan er niet geindexeerd worden. We wachten even af wat er uit de commissie parameters komt.
- De pensioenfondsen hoeven geen buffers meer aan te houden voor ze mogen indexeren. Maar bij een dekkingsgraad onder de 100% moet er dan ook meteen gekort worden. Het beleggingsrendement, en daarmee de dekkingsgraad, varieert behoorlijk van jaar tot jaar. Als we dit systeem de afgelopen 8 jaar zouden hebben toegepast, dan waren de pensioenen bij Thales 4 keer verlaagd en 4 keer verhoogd.
- De fondsen moeten verplicht gaan beleggen volgens een life cycle model. Dat betekend dat er per leeftijdsgroep een andere beleggingsmix is. Het kapitaal van de gepensioneerden mag dan vrijwel uitsluitend in staatsleningen belegd worden. De rente op de Nederlandse en Duitse 10 jarige staatsleningen is nu ongeveer 0%. Het zal duidelijk zijn dat er bij 0% rendement geen indexatie van het pensioen mogelijk is.
- Life cycle beleggen betekent ook dat het rendement per leeftijdsgroep verschilt, afhankelijk van het rendement op aandelen en (staats) obligaties. Het kan in het nieuwe pensioenstelsel dus voorkomen dat de ene leeftijdsgroep indexatie krijgt en dat een andere groep tegelijkertijd gekort wordt.
- Afschaffen van de doorsnee premie en doorsnee opbouw benadeeld de actieven van boven de 45 jaar. De compensatie hiervoor kost een bedrag van ongeveer 4% van het pensioenvermogen. Als dit uit het pensioenvermogen wordt betaald, gaat dit ten koste van de indexatie. De gepensioneerden hebben geen netto voordeel gehad van de doorsnee premie. Als jongere (45-) betaalden ze teveel, als oudere (45+) te weinig en over hun hele leven precies genoeg. Maar ze moeten nu wel mee betalen aan het afschaffen van de doorsnee premie.
De conclusie is duidelijk, bij dit pensioenakkoord is geen rekening gehouden met de belangen van de gepensioneerden.
Emiel Stolp
Van meerdere kanten komen reacties op deze publicatie, de Werkgroep Pensioenen zal zich over deze reacties buigen en analyseren en zal later met een update komen (red.)