De Derde Dinsdag is geweest en het kabinet heeft zijn plannen gepresenteerd. Voor de onder – en bovenkant van de inkomensverdeling ziet het er goed uit. Aan de onderkant wordt de AOW geïndexeerd. En aan de bovenkant is het ook goed want Prinses Beatrix krijgt er 2.2% bij omdat haar pensioen nog is gekoppeld aan de loonindex van de ambtenaren. Voor de middengroepen ziet het er echter minder goed uit. De grote pensioenfondsen; ABP voor de ambtenaren, Zorg en Welzijn voor het medisch personeel en PME & PMT voor de metaal en electrotechnische industrie zitten met vele andere fondsen in de gevarenzone met een dekkingsgraad rond de 90%. Als dat in december nog zo is moeten deze fondsen de pensioenen met 5% tot 10% verlagen. Met het Thalesfonds gaat het nu nog goed, maar de dekkingsgraad is tussen april en september wel van 113% naar 107% gezakt.
Waar komt dit verlies van 6% dekkingsgraad in 5 maanden nu vandaan. Er is echt geen geld verdwenen. Het vermogen van het pensioenfonds stond in april op ongeveer 1470 miljoen en nu op 1630 miljoen. In die 5 maanden is er dus 160 miljoen verdiend en toch is de dekkingsgraad gedaald. Dat komt door de dalende rentestand. Het pensioenfonds moet toekomstige uitkeringen waarderen met de rekenrente. Als je over 20 jaar 1000 euro moet uitkeren bij een rentestand van 2% dan zou je nu 673 euro in kas moeten hebben. Als je dat bedrag met 2% rente op de bank zet, dan groeit het vanzelf aan tot 1000 euro. Maar bij een rente van 0%, zou je nu al 1000 euro in kas moeten hebben. En bij een negatieve rente van 0.5% die de Europese Centrale Bank (ECB) nu hanteert, zou je nu 1105 euro op de bank moeten zetten om over 20 jaar 1000 euro uit te kunnen keren. Dat is natuurlijk vreemd, want als je die 1000 euro in de kluis zou leggen, dan had je na 20 jaar nog steeds 1000 euro. Dat is dan voordeliger dan het bij de ECB te stallen. Onze toezichthouder, Klaas Knot van de Nederlandse Bank (DNB) beweert echter dat als je nu 10 biljetten van 100 euro in de kluis legt, en die kluis voor 20 jaar afsluit, er daarna nog maar 9 biljetten over zijn. Waar dat tiende biljet dan gebleven is, heeft hij mij nog niet uit kunnen leggen.
De Tweede Kamer begint zich hier ondertussen ook zorgen over te maken en heeft een boze brief naar de ECB gestuurd om te klagen over de rente die door de ECB omlaag wordt gedrukt. Een nogal zinloze actie, want de ECB is onafhankelijk en hoeft zich niets van het Nederlandse parlement aan te trekken. Maar vooral zinloos omdat het parlement het probleem heel goed zelf op kan lossen. Nederland is binnen Europa het enige land dat de actuele ECB-rente gebruikt om de pensioenverplichtingen te waarderen. De andere landen gebruiken een lange termijn gemiddelde rente of een gemiddelde van de aandelen- en obligatie rendementen. Terwijl in Nederland de rekenrente de 0% nadert, hebben de andere landen een rekenrente tussen de 2% en 4%. De pensioenreserves in Nederland zijn de hoogste in heel Europa, ongeveer 100.000 euro per inwoner, en hier hebben we het over het verlagen van de pensioenen terwijl ze in de buurlanden gewoon verhoogd worden.
Als Nederland net als de andere landen een normale rekenrente zou gebruiken, zou korten op de pensioenen niet nodig zijn. Het is dus de eigen keuze van de regering en parlement om een pensioenprobleem te veroorzaken. De verantwoordelijkheid om dat op te lossen ligt dus ook in Nederland en niet bij de ECB.
De overheid als werkgever heeft overigens een heel andere mening dan de overheid als wetgever. Voor de pensioenpremie die de overheid voor de ambtenaren en de zorgsector betaalt, wordt een rekenrente gebruikt die gebaseerd is op het gemiddelde rendement op de beleggingen. Door voor de premie een hogere rekenrente te gebruiken, hoeft de overheid als werkgever minder premie te betalen.