Spring naar inhoud

Veel gestelde vragen over  de WtP (het vernieuwde pensioenstelsel) v2.1

Wilt u meer weten over het vernieuwde pensioenstelsel? Hier vindt u de antwoorden op de Veel gestelde vragen.

ver. 2.1, 02-05-2025

1.  Waarom komen er nieuwe regels voor pensioen?

De overheid vond dat de regels voor de pensioenen niet meer pasten bij deze tijd.
Men wilde een verregaande individualisering van het collectieve pensioensysteem en afschaffing van het systeem van een voor iedereen gelijke premie en pensioenopbouw (doorsnee premie en doorsnee opbouw).
De vakbonden vonden dat de extra eisen aan pensioenfondsen die na de bankencrisis van 2008 zijn ingevoerd indexatie van de pensioenen vrijwel onmogelijk maakten. Ook wilden de vakbonden een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd.
In het pensioenakkoord van 2019 zijn deze wensen tegen elkaar uitgeruild. Dat is daarna in de Wet Toekomst Pensioen (Wtp, mei 2023) verder uitgewerkt.
De tegenstanders van de Wtp zijn van mening dat de pensioenproblemen ook wel met een paar kleine aanpassingen van de oude pensioenwet opgelost hadden kunnen worden.  

De vernieuwde regels betekenen niet dat alles gaat veranderen. Veel blijft hetzelfde: we blijven samen pensioen opbouwen. Ook het arbeidsongeschiktheidspensioen en het nabestaandepensioen blijven in de meeste gevallen bestaan. En als u met pensioen gaat, blijft u uw leven lang pensioen ontvangen. U bouwt automatisch pensioen op doordat u samen met uw werkgever premie betaalt.

2.  Hoe ziet het vernieuwde pensioenstelsel er straks uit?

Op dit moment zijn de pensioenfondsen bezig de regeling nader in te vullen.
In de opbouwfase bouwen de actieven een individueel pensioenvermogen op. In de opbouwfase hebben de actieve deelnemers bij Thales de keuze uit 3 beleggingsprofielen (defensief, neutraal en offensief). Op pensioendatum wordt dit individuele vermogen omgezet in een pensioen-uitkering. Deelnemers kunnen kiezen om dit bij het Thales fonds te doen of bij een verzekeraar. Dit is het shoprecht.
Het Thalespensioenfonds (SPTN) heeft gekozen voor de Flexibele Premie Regeling met een collectieve uitkeringsfase. Dat betekent dat er een collectief vermogen is voor alle gepensioneerden gezamenlijk. Dat vermogen wordt belegd. Bij goede beleggingsresultaten is er ruimte om de pensioenen te verhogen. Bij slechte resultaten kunnen de pensioenen verlaagd worden. Alle gepensioneerden krijgen ongeacht hun leeftijd dezelfde verhoging of verlaging.         
Er is een Risico Delings Reserve (RDR) om de lopende pensioenen te stabiliseren. Vanuit deze reserve kunnen de uitkeringen aangevuld worden om pensioen-verlagingen te voorkomen.  

3.  Wat betekent het vernieuwde stelsel voor mij?

U werkt nog bij Thales    
Als u nog werkt krijgt u een individueel pensioenvermogen. De pensioenpremie die u en Thales betalen wordt maandelijks in dit vermogen bijgestort. Dit vermogen wordt belegd in aandelen, obligaties en vastgoed. Het beleggingsprofiel is afhankelijk van uw leeftijd. Voor deelnemers ouder dan 51 jaar wordt in toenemende mate in obligaties belegd om meer stabiliteit te krijgen. Het verwachte beleggingsrendement is dan echter lager.        
Bij SPTN heeft de deelnemer een individuele keuze voor 3 verschillende beleggingsprofielen (defensief, neutraal en offensief). U kunt jaarlijks een keuze maken.
Op pensioendatum wordt het vermogen omgezet in een pensioenuitkering. De hoogte van het pensioen hangt dus af van het beleggingsresultaat op uw individuele vermogen in de voorgaande jaren

U bent met pensioen bij SPTN 
Uw pensioenvermogen is omgezet in een pensioenrecht in het uitkeringscollectief. Dit is een pensioenvermogen van alle gepensioneerden gezamenlijk. Dit vermogen wordt belegd. Bij goede beleggingsresultaten is er ruimte om de pensioenen te verhogen. Bij slechte resultaten kunnen de pensioenen verlaagd worden. Alle gepensioneerden krijgen ongeacht hun leeftijd dezelfde verhoging of verlaging. 
Er is een Risico Delings Reserve (RDR) om de lopende pensioenen te stabiliseren. Vanuit deze reserve kunnen de uitkeringen aangevuld worden om pensioen-verlagingen te voorkomen. Maar als de reserve leeg is, dan worden de pensioenen verlaagd.

4.  Waarom wil SPTN alle pensioenen onderbrengen in de nieuwe regeling?

Volgens de nieuwe pensioenwet (Wtp) mag de nieuwe pensioenopbouw alleen met individuele vermogens. Sommige fondsen kiezen er voor de oude rechten volgens de oude regeling in een gesloten fonds te laten staan. Dat betekent dat hef fonds 2 regelingen naast elkaar moet uitvoeren. Dat brengt extra kosten met zich mee.

Een andere reden is dat het afschaffen van het systeem van doorsnee premie en doorsnee opbouw nadelig is voor de deelnemers in de opbouwfase van 45 tot 68 jaar. Thales heeft ervoor gekozen deze deelnemers een compensatie te geven ten laste van het huidige pensioenvermogen. Dat kan niet als het huidige vermogen niet in de nieuwe regeling wordt ondergebrach

5.  Pakt het vernieuwde stelsel beter voor mij uit?

Bij de overgang naar het nieuwe stelsel wordt een deel van de reserves uitgedeeld. Als de dekkingsgraad van SPTN op de transitie datum groter is dan 111% kunnen de pensioenen verhoogd worden. Er wordt echter in het nieuwe stelsel niet meer premie betaald en er wordt ook niet anders belegd. Er is dan ook niet meer geld beschikbaar.  Het uitdelen van de reserves uit het oude stelsel is geen structurele bron van inkomsten.

Onder de nieuwe regels kan het pensioen ook omlaaggaan als het economisch tegenzit. Uiteraard houdt het fonds voldoende geld apart om als het minder goed gaat tegenvallers op te vangen. Ook in het huidige stelsel kunnen de pensioenen dalen.

6.   Wanneer kan ik gebruikmaken van bedrag ineens?

De Tweede Kamer heeft een wet aangenomen die het mogelijk maakt om op pensioendatum 10% van het pensioenvermogen in één keer op te nemen. Dit komt overeen met een bedrag van ongeveer 2 jaar pensioenuitkering. Het levenslange pensioen is daarna wel 10% lager. Gebruik maken van zo een regeling heeft wel tot gevolg dat je mogelijk in een hogere belastingschijf komt te vallen en dat je huur- of zorgtoeslag moet terugbetalen. De Eerste Kamer heeft daar kritiek op. In het voorjaar 2025 is de ingangsdatum voor die wet voor de 8ste keer met een half jaar uitgesteld tot juli 2026. Mogelijk wordt dit tot na de Wtp transitie (2028) uitgesteld. Het is ook nog mogelijk dat de Eerste Kamer deze wet afstemt.

7.  Hoe kan ik mijn stem laten horen?

Op weg naar het vernieuwde pensioenstelsel maken sociale partners (werkgevers en werknemers) een voorstel van hoe de huidige pensioenen worden omgezet naar de nieuwe regeling (transitieplan). Hiervoor geldt een wettelijk Hoorrecht voor vereni-gingen van gepensioneerden en voormalige deelnemers van pensioenfondsen. Deze verenigingen mochten in 2024 aan sociale partners een oordeel geven over dit voorstel. De VVSPTN heeft dat ook gedaan. Thales heeft een aantal van de VVSPTN wensen overgenomen, maar een aantal ook niet. 
Er is geen individuele inspraak mogelijk, maar via de VVSPTN kun u uw stem wel laten horen. Wordt dus lid om uw positie te versterken.

8.  Hoe kan ik op de hoogte blijven van wat er speelt rondom het vernieuwde stelsel?

Zodra er nieuws is dat voor u van belang is, delen we het op deze website www.vvsptn.nl

9.  Wie speelt welke rol in de overstap naar de nieuwe regels?

De sociale partners zijn verantwoordelijk voor de hoofdlijnen van de nieuwe regeling. Bij Thales zijn dat de directie en de Centrale OndernemingsRaad Sociale partners werken de nieuwe pensioenregeling voor SPTN uit. Deze afspraken staan in het transitieplan. Voordat dit plan definitief werd, spraken de sociale partners in 2024 met belangenverenigingen van deelnemers en pensioengerechtigden (VVSPTN). Zij konden zich melden voor het wettelijk hoorrecht.

De regeling wordt verder uitgewerkt door het SPTN bestuur. Er zit namens de gepen-sioneerden één lid in het fondsbestuur en 2 leden in het Verantwoordings Orgaan.
In april 2025 is de voorgestelde regeling ter goedkeuring voorgelegd aan de toezichthouder DNB.  

Het bestuur van SPTN is verantwoordelijk voor de communicatie en het uitvoeren van de nieuwe pensioenregeling van SPTN. Het Verantwoordingsorgaan (VO) adviseert het bestuur hierover. 

10.     Hoe hebben mensen invloed op het   beleggingsbeleid in het vernieuwde stelsel?

Het pensioenfonds doet minimaal eens per 5 jaar het zogenoemde risico-preferentie-onderzoek (RPO). Hierbij vraagt het bestuur de deelnemers hoeveel risico zij kunnen en willen nemen. In 2023 is dat voor het eerst gedaan met een enquête onder alle deelnemers. De uitkomsten uit het RPO zijn gebruikt om het beleggingsbeleid vorm te geven.
Op langere termijn is het risico van inflatie veel groter dan het risico op een aandelen-belegging. SPTN heeft als doelstelling een waardevast pensioen. Dat kan alleen als deelnemers ook bereid zijn op korte termijn beleggingsrisico te lopen.

11.     Hoe zit het met de beleggingen?

De wetgeving gaat uit van Lifecycle beleggen. Dit houdt in dat voor verschillende leeftijd groepen (cohorten) met meer of minder risico wordt belegd. De actieve deelnemers kunnen kiezen uit 3 beleggingsprofielen (defensief, neutraal en offensief) In alle drie de profielen wordt het risico vanaf een leeftijd van 51 jaar afgebouwd.

Voor de gepensioneerden is er een uitkeringscollectief waarin alle risico’s gezamenlijk worden gedeeld. Dit uitkeringscollectief heeft een eigen beleggingsprofiel. Op langere termijn is het risico van inflatie veel groter dan het risico op een aandelen-belegging. SPTN heeft als doelstelling een waardevast pensioen. Dat kan alleen als deelnemers ook bereid zijn op korte termijn beleggingsrisico te lopen.

12.      Zijn er verschillende indexaties per leeftijdsgroep

Het begrip “indexatie” komt in de nieuwe wet (Wtp) niet meer voor. Afhankelijk van de beleggingsresultaten wordt het pensioen verhoogd of verlaagd. Deze aanpassingen hebben in principe geen relatie met de prijsontwikkelingen of de inflatie; Op verzoek van de VVSPTN heeft Thales ervoor gekozen om bij hoge inflatie, meer dan 2%,  de uitkeringen aan te vullen vanuit de Risico Delings Reserve (RDR).      
Binnen het uitkeringscollectief zijn de pensioenaanpassingen voor alle gepen-sioneerden, ongeacht leeftijd gelijk.

13.     De verplichtingen en de dekkingsgraad

De verplichtingen zijn de contante waarde van de toekomstige uitkeringen. Voor de actieven is er geen toegezegd pensioen maar alleen een individueel vermogen. Voor de actieven zijn er onder de Wtp dus geen pensioenverplichtingen meer.
Voor de gepensioneerden in het uitkeringscollectief is er een pensioenrecht, en dus zijn er ook weer verplichtingen. De toekomstige uitkeringen worden weer contant gemaakt met de risicovrije rekenrente. In tegenstelling tot wat werd beweerd bij de invoering van de Wtp verdwijnt deze rekenrente dus niet in het nieuwe systeem.
De dekkingsgraad is de verhouding tussen het aanwezige vermogen in het uitkeringscollectief en de waarde van de toekomstige uitkeringen. Als de rente stijgt worden toekomstige uitkeringen goedkoper en dan stijgt de dekkingsgraad. En bij dalende rente daalt de dekkingsgraad.

14.     Hoe zit het met de zeggenschap van de gepensioneerden

De zeggenschap van de gepensioneerden na overgang naar het nieuwe stelsel is nog niet vastgelegd. Gedurende Transitie fase is de VVSPTN nauw betrokken bij alle gebeuren via de Klankbordgroep (verslagen van besprekingen staan elders op de website onder de rubriek WTP. Bij de totstandkoming van het Transitieplan is de VVSPTN niet betrokken. Dit is een zaak tussen sociale partners (bij Thales de Werkgever en de COR). Wel heeft de VVSPTN het wettelijk Hoorrecht waarin men gehoord wordt over wat men vindt van het Transitieplan.

15.     Gevolgen afschaffing buffers

Omdat een aantal buffers niet meer nodig zijn onder het nieuwe stelsel wordt de inhoud daarvan afhankelijk van de dekkingsgraad uitgekeerd aan de deelnemers in het fonds op het moment van invaren. Bij Thales met een dekkingsgraad van 125% zou dit best eens 10% kunnen bedragen. Dit is een soort invaarbonus ook ter dekking van achterstallige indexatie en pensioenkorting in 2013.   
Onder de Wtp zijn er echter ook weer nieuwe buffers nodig. Die moeten na de transitie opnieuw opgebouwd worden. Het is daarom te verwachten dat er de eerste jaren na de transitie minder ruimte is voor pensioenverhogingen.

16.     Risicovrij belegging in de uitkeringsfase wat is dat.

Dat is wat de naam zegt. Beleggen met 0 risico dus in vastrentende obligaties. Er is dan wel bescherming tegen beleggingsrisico maar geen bescherming tegen het veel grotere inflatie-risico. Bij de SPTN wordt belegd volgens het eerder vermelde Risico Preventie Onderzoek. Daarbij wordt voor de gepensioneerden voor ongeveer 50% in aandelen en vastgoed belegd. Dat is nodig om op de langere termijn voldoende rendement te halen om de inflatie te kunnen compenseren, SPTN doet dus niet aan risicovrij beleggen.

17.      Wie loeren op de enorme reserves van de pensioenfondsen

Dit is niet echt bekend. Maar we weten dat Europa het wel een erg riante pot vindt. Binnen de eurozone zit meer dan driekwart van al het pensioengeld in Nederland. De andere landen met grote pensioenreserves (Denemarken, Zweden Verenigd Koninkrijk) zitten niet in de euro zone.

Verder oefent de overheid druk uit op de pensioenfondsen om te investeren in woningbouw, energietransitie, infrastructuur en defensie.           
De VVSPTN is van mening dat het belang van de deelnemers bij de pensioen-beleggingen voorop moet staan.

18.     Leenrestrictie, hoe werkt die

Bij fondsen die gekozen hebben voor de Solidaire Premie Regeling mag er voor de jongere deelnemers met geleend geld belegd worden. Dat geeft een hoger rendement, maar ook een veel groter risico. Als het dan mis gaat, moeten de oudere deelnemers de schade betalen.
Bij de Flexibele Premie Regeling van SPTN kan dit niet. Bij SPTN wordt er dus niet met geleend geld belegd.

19.     Pensioen was eerst gebaseerd op eindloon, toen op middelloon en nu op “niets”

In de nieuwe regeling is het pensioen voor de actieven vooral een beleggingsfonds. Pensioen is gebaseerd op de inhoud van het individuele potje. Op pensioendatum wordt dit omgezet in een pensioenuitkering in het uitkeringscollectief van SPTN. Die omzetting is ook afhankelijk van de rentestand op pensioendatum. Er is in het nieuwe systeem dus geen pensioentoezegging meer, er is alleen een afspraak over de premie die betaald wordt.

20.     Wat gebeurd er met het opgebouwde potje bij overlijden.

Voor de actieven:   
Bij overlijden voor pensioendatum wordt het opgebouwde vermogen verdeeld over de andere nog levende deelnemers. Er is wel een nabestaandenpensioen. Dit is 22% van het inkomen van de overleden partner levenslang en daarboven op 10.000 euro per jaar tijdelijk pensioen. Het tijdelijk pensioen houdt op als de nabestaande de AOW-leeftijd bereikt.

Voor de gepensioneerden:           
Zij hebben een uitkeringsrecht in het uitkeringscollectief. Er is voor hen dus geen individueel potje meer. Een eventuele nabestaande krijgt daarna een partnerpensioen uit het uitkeringscollectief.

Voor de slapers:     
Bij overlijden wordt het overgebleven vermogen verdeeld onder de andere deelnemers. Er is in principe geen nabestaandenpensioen tenzij de slaper heeft gekozen voor vrijwillige voortzetting van de nabestaandendekking.        
Een opgebouwd nabestaandepensioen uit de oude regeling blijft wel staan.

21.     Hoe zit het met het nabestaandenpensioen ?

Voor de actieven:   
Het nabestaandenpensioen bij overlijden voor pensioendatum is 22% van het inkomen van de overleden partner levenslang en daarboven op 10.000 euro per jaar tijdelijk pensioen. Het tijdelijk pensioen houdt op als de nabestaande de AOW-leeftijd bereikt.
Dit is een risicoverzekering. Bent u niet meer in dienst, dan houdt de verzekering na 6 maanden op. Vrijwillige voortzetting is mogelijk, maar dan wordt de premie hiervoor uit uw individuele pensioenpot betaald.
Het nu al opgebouwde nabestaandenpensioen uit de oude regeling blijft ook staan. Bij overlijden voor pensioendatum worden er dus 2 nabestaandenpensioenen uitgekeerd.

Voor de gepensioneerden:
Op pensioendatum heeft u kunnen kiezen om het nabestaandenpensioen te behouden of om te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Deze keuze gaat onveranderd door in het nieuwe systeem

Voor de slapers:
Er is in principe geen nabestaandenpensioen meer tenzij u bij vertrek hebt gekozen voor vrijwillige voortzetting ten laste van het individuele pensioenvermogen. Het nu al opgebouwde nabestaandenpensioen uit de oude regeling blijft ook staan. Maar dat zal zeker voor de jongere deelnemers niet hoog zijn. Kijk hiervoor op de UPO (Uniform Pensioen Overzicht)

22.     Waarom niet het oude stelsel naast het nieuwe stelsel laten bestaan

In het verleden hebben veel fondsen bij ingrijpende wijzigingen de oude rechten in een gesloten fonds laten staan. Fondsen als Shell, Unilever en ING hebben gesloten fondsen voor oude regelingen. Dit brengt wel extra uitvoeringskosten met zich mee. Ook nu zijn er een aantal fondsen die hebben besloten niet in te varen.
Een ander punt is dat het niet mogelijk is om de kosten van het afschaffen van het doorsnee systeem uit het fondsvermogen te betalen als er niet wordt ingevaren.
De sociale partners bij Thales hebben gekozen voor invaren.

23.     Wanner gaat het Thales fonds over naar het nieuwe stelsel (WtP)?

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het Thalesfonds per 1 jan 2026 zou invaren. Omdat de pensioenuitvoerder (Appel), ondanks eerdere toezeggingen niet op tijd klaar is met de nieuwe administratiesystemen wordt de overgang uitgesteld. Waarschijnlijk wordt het de tweede helft van 2026 of later. De gepensioneerden worden hierdoor benadeeld omdat ook de verhoging van de pensioenen door het uitdelen van de reserves dan later komt.