Wilt u meer weten over het vernieuwde pensioenstelsel? Hier vindt u de antwoorden op de Veel gestelde vragen.
ver. 1.1, 18-04-2025
1. Waarom komen er nieuwe regels voor pensioen?
De overheid, vakbonden en pensioenfondsen zien dat de regels die er nu zijn niet meer goed passen bij deze tijd. In het vernieuwde pensioenstelsel kunnen we straks de pensioenen eerder verhogen. Ook passen de regels niet meer bij deze moderne tijd waarin mensen vaak van baan veranderen.
De vernieuwde regels betekenen niet dat alles gaat veranderen. Veel blijft hetzelfde: we blijven samen pensioen opbouwen en mee- en tegenvallers met elkaar delen. Bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid of bij overlijden. En als u met pensioen gaat, blijft u uw leven lang pensioen ontvangen. U bouwt automatisch pensioen op doordat u samen met uw werkgever premie betaalt.
2. Hoe ziet het vernieuwde pensioenstelsel er straks uit?
Op dit moment werkt de overheid de regels verder uit. Wat we weten is dit: uw pensioen beweegt straks. Het gaat omhoog als het goed gaat met de economie. Maar het gaat ook omlaag als het economisch tegenzit. Er komen regels om te voorkomen dat pensioenen te hard dalen. We zorgen ervoor dat we voldoende geld achter de hand hebben om een te harde daling op te vangen.
Veel blijft ook hetzelfde. In het vernieuwde stelsel blijven we mee- en tegenvallers met elkaar delen. Bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid of bij eerder overlijden. Ook in het vernieuwde stelsel krijgt u als u met pensioen bent uw leven lang pensioen.
3. Wat betekent het vernieuwde stelsel voor mij?
U krijgt straks een pensioen dat meer gaat meebewegen met de economie. De verwachting is dat de pensioenen zo vaker kunnen worden verhoogd.
U krijgt een pensioenpot. Veel regels moeten vakbonden, overheid en pensioenfondsen nog verder uitwerken. De overheid werkt aan een nieuwe wet waarin het mogelijk wordt om 10% van uw opgebouwde pensioen bij pensionering in één keer op te nemen. Deze keuze noemen we ‘bedrag ineens’. Deze wet is nog niet definitief.
4. Waarom wil SPTN alle pensioenen onderbrengen in de nieuwe regeling?
Niet meenemen van het kapitaal dat u al heeft opgebouwd (invaren), heeft een aantal nadelen. Het betekent in de praktijk dat we 2 regelingen moeten uitvoeren: een nieuwe regeling voor iedereen die nog pensioen opbouwt en de oude regeling voor iedereen die al pensioen krijgt.
Uw pensioen en dat van de andere deelnemers wordt dan duurder. Dat gaat ten koste van de hoogte van de uitkering en opbouw. Daarnaast wordt het moeilijker uit te leggen en neemt de kans op fouten in de administratie toe.
5. Pakt het vernieuwde stelsel beter voor mij uit?
Wij verwachten dat er in het vernieuwde stelsel meer kans is om de pensioenen te verhogen. Onder de nieuwe regels hoeven we namelijk minder geld in kas te houden, daardoor kunnen de pensioenen eerder omhoog. Onder de nieuwe regels kan het pensioen ook omlaag gaan als het economisch tegenzit. Uiteraard houden we voldoende geld apart om als het minder goed gaat tegenvallers op te vangen. Ook in het huidige stelsel kunnen de pensioenen dalen.
6. Wanneer kan ik gebruikmaken van bedrag ineens?
Met bedrag ineens kunt u maximaal 10% van uw opgebouwde pensioen in één keer opnemen als u met pensioen gaat. (Deze mogelijkheid is nog niet beschikbaar)
7. Hoe kan ik mijn stem laten horen?
Op weg naar het vernieuwde pensioenstelsel maken sociale partners (werkgevers en werknemers) een voorstel van hoe de huidige pensioenen worden omgezet naar de nieuwe regeling (transitieplan). Hiervoor geldt een wettelijk Hoorrecht voor verenigingen van gepensioneerden en voormalige deelnemers van pensioenfondsen. Deze verenigingen mochten in 2024 aan sociale partners een oordeel geven over dit voorstel. De VVSPTN heeft dat ook gedaan.
8. Hoe kan ik op de hoogte blijven van wat er speelt rondom het vernieuwde stelsel?
Zodra er nieuws is dat voor u van belang is, delen we het op deze website www.vvsptn.nl
9. Wie speelt welke rol in de overstap naar de nieuwe regels?
De overstap naar de nieuwe regels voor pensioen bereiden we zorgvuldig voor. Uw belangen staan centraal. Hierbij spelen de niet-uitvoerende bestuursleden van het SPTN en het verantwoordingsorgaan (VO) een belangrijke rol. Zij beoordelen of de veranderingen geen nadelige gevolgen hebben voor u als deelnemer.
We werken ook nauw samen met sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties). Sociale partners werken de nieuwe pensioenregeling voor SPTN uit. Deze afspraken komen te staan in een transitieplan. Voordat dit plan definitief werd, spraken de sociale partners in 2024 met belangenverenigingen van deelnemers en pensioengerechtigden. Zij konden zich melden voor het wettelijk hoorrecht.
Het bestuur van SPTN is verantwoordelijk voor de communicatie en het uitvoeren van de nieuwe pensioenregeling van SPTN. Het Verantwoordingsorgaan (VO) adviseert het bestuur hierover.
10. Hoe hebben mensen invloed op het beleggingsbeleid in het vernieuwde stelsel?
We houden minimaal eens per 5 jaar het zogenoemde risico-preferentie-onderzoek (RPO). Hierbij vragen we deelnemers hoeveel risico zij kunnen en willen nemen. In 2023 deden we dat voor het eerst. We ondervroegen alle deelnemers. We gebruiken de uitkomsten uit het RPO om ons beleggingsbeleid vorm te geven.
11. Hoe zit het met de beleggingen?
De wetgeving gaat uit van Lifecycle beleggen. Dit houdt dat voor verschillende leeftijd groepen (cohorten) met meer of minder risico wordt belegd. Omdat de SPTN gekozen heeft voor een collectief uitkeringsprincipe is dit niet van toepassing. Bij de SPTN wordt belegd in lijn met het Risico Preferentie Onderzoek dat eens per 5 jaar wordt gehouden.
12. Zijn er verschillende indexaties naar leeftijdsgroep
Vanwege de keuze van collectieve uitkering zijn de indexaties voor alle leeftijdsgroepen gelijk.
13. Hoe zit het met de zeggenschap van de gepensioneerden
De zeggenschap van de gepensioneerden na overgang naar het nieuwe stelsel is nog niet vastgelegd. Gedurende Transitie fase is de VVSPTN nauw betrokken bij alle gebeuren via de Klankbordgroep (verslagen van besprekingen staan elders op de website onder de rubriek WTP. Bij de totstandkoming van het Transitieplan is de VVSPTN niet betrokken. Dit is een zaak tussen sociale partners (bij Thales de Werkgever en de COR). Wel heeft de VVSPTN het wettelijk Hoorrecht waarin men gehoord wordt over wat men vindt van het Transitieplan.
14. Gevolgen afschaffing buffers
Omdat een heel aantal buffers niet meer nodig zijn onder het nieuwe stelsel wordt de inhoud daarvan afhankelijk van de dekkingsgraad uitgekeerd aan de deelnemers in het fonds op het moment van invaren. Bij Thales met een dekkingsgraad van 125% zou dit best eens 10% kunnen bedragen. Dit is een soort invaarbonus ook ter dekking van achterstallige indexatie en pensioenkorting in 2017.
15. Risicovrij belegging in de uitkeringsfase wat is dat.
Dat is wat de naam zegt. Beleggen met 0 risico dus in vast obligaties. Bij de SPTN wordt belegd volgens het eerder vermelde Risico Preventie Onderzoek. Dat is niet zonder risico’s maar biedt wel een grotere kans op een waardevast pensioen (meegaan met de inflatie).
16. Wie loeren op de enorme reserves van de pensioenfondsen
Dit is niet echt bekend. Maar we weten dat Europa het wel een erg riante pot vindt. Na de transitie is er niet meer een zo grote pot omdat dan het pensioenvermogen individueel aan een deelnemer wordt toegekend.
17. Leenrestrictie, hoe werkt die
Iedereen kan op moment van het met pensioengaan een bedrag van 10% eenmalig uit zijn of haar individuele potje halen voor gebruik. Voor bestaande gepensioneerden geldt deze regeling niet.
18. Pensioen was eerst gebaseerd op eindloon, toen op middelloon en nu op “niets”
Pensioen is nu gebaseerd op de inhoud van het potje. Dus het individuele pensioenvermogen opgebouwd/vergaard op het moment van de overgang naar de collectieve uitkeringsfase.
19. Wat gebeurd er met het opgebouwde potje bij overlijden.
Op het moment van overlijden vervalt het potje en wordt de inhoud toegevoegd aan het collectieve uitkeringsvermogen.
20. Waarom niet het oude stelsel naast het nieuwe stelsel laten bestaan
Dit zou te duur worden om 2 uitkeringssystemen naast elkaar te laten bestaan. Daar heeft niemand baat. Bovendien onder oude stelsel is er nauwelijks ruimte voor indexatie zo is in een aantal afgelopen jaren gezien.